Berichten

wet DBA

Angst om zzp’ers in te huren door wet DBA

Het wetsvoorstel DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties) houdt de gemoederen in ondernemend Nederland flink bezig. Er duiken berichten op dat bedrijven angstig zijn om zzp’ers in te huren met het oog op de wetgeving. Sommige bedrijven laten aan ‘hun’ zzp’ers weten dat zij alleen nog via een intermediair aan een opdracht kunnen komen. Er wordt van alles gedaan om een mogelijke naheffing loonbelasting en sociale premies buiten de deur te houden. De angst bestaat ook dat een zzp’er alsnog een dienstverband kan claimen. Wat is er precies veranderd?

Nu: VAR (Verklaring Arbeidsrelatie)

De Belastingdienst beoordeelt nu nog aan de hand van een inschatting van de werkzaamheden van een zzp’er onder welke VAR (Verklaring Arbeidsrelatie) de werkzaamheden vallen. Is er naar het oordeel van de Belastingdienst sprake van een VAR-winst uit onderneming (VAR-wuo), dan kan de zzp’er deze aan zijn opdrachtgever tonen. De opdrachtgever hoeft dan geen naheffingsaanslagen loonbelasting en sociale premies te betalen. Mocht bij een controle blijken dat de zzp’er zijn werkzaamheden anders of in een andere relatie heeft gedaan dan vooraf aangegeven, dan ligt het risico bij hem. Naheffen bij de opdrachtgever is daarnaast lastig, blijkt uit de jurisprudentie. Dit terwijl in de ogen van de regering de opdrachtnemer én -gever verantwoordelijk zijn voor een juiste belasting- en premieafdracht. Er komt nu een nieuwe wet: DBA.

Straks: DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties)

Het wetsvoorstel DBA was volgens de regering nodig om de balans in verantwoordelijkheden van beide partijen te herstellen en de handhavingsmogelijkheden te verbeteren. Niet een verklaring van de zzp’er, maar een overeenkomst van zowel de zzp’er als de opdrachtgever moet de nodige zekerheid voor een juiste belastingtoepassing geven. De Belastingdienst heeft voor de DBA enkele modelovereenkomsten gepubliceerd die gebruikt kunnen worden. Als er volgens die modelovereenkomsten gewerkt wordt, mag je ervan uitgaan dat de Belastingdienst niet aanklopt bij de opdrachtgever.

Eerst goedkeuring Belastingdienst, dan pas aan de slag

Staatssecretaris Wiebes van Financiën heeft aangegeven dat een incidentele afwijking van de overeenkomst niet direct leidt tot het vervallen van die zekerheid. De crux zit hem er echter in dat werkzaamheden dynamisch van aard kunnen zijn. Wanneer er wijzigingen in de werkzaamheden optreden, dan moet hiervoor een nieuwe overeenkomst worden opgesteld, die weer moet worden beoordeeld door de Belastingdienst. Zonder die uitkomst zal een opdracht niet beginnen, wat een onwenselijke situatie is. Tenminste, als we de geluiden van het bedrijfsleven mogen geloven.

Uitvoerbaarheid

Het ziet er niet naar uit dat de Belastingdienst het bedrijfsleven tegemoet kan komen door de beoordeling direct beoordeeld te retourneren. Op deze manier kunnen werkzaamheden (te lang) onuitgevoerd blijven. Dit is een praktische kant die niet echt naar voren komt in de parlementaire stukken. Hoe zal de uitvoerbaarheid zijn, aangezien Nederland volgens het CBS in het tweede kwartaal van 2015 806.000 zelfstandigen zonder personeel telde?

Fiscaal consult

Ben je zzp’er of maak je van de diensten van zzp’ers gebruik en wil je ons als sparringpartner inzetten of een fiscaal consult aanvragen? Schroom dan niet en neem contact met ons op.

Het grijze gebied van de zzp’er: ondernemer of werknemer?

Als zzp’er heb je klanten, je regelt je eigen zaken en je hebt geen baas. Toch kan het voorkomen dat de fiscus jouw ondernemerschap ter discussie stelt en je als werknemer kwalificeert. Dit komt doordat de zzp’er nergens letterlijk in de belastingwetten voorkomt en hij of zij zich dus in een grijs gebied bevindt. Lees verder of neem contact op met Fiscalisten Coöperatie als je hier meer over wilt weten.

Ondernemer of werknemer?

Je bent volgens de wet ondernemer als er sprake is van zelfstandigheid bij de inrichting van je werkzaamheden en bij de uitvoering hiervan. Het is van belang dat:

  • de werkzaamheden voor eigen risico worden verricht,
  • je als ondernemer winst beoogt en deze winst redelijkerwijs ook te verwachten is,
  • je als ondernemer streeft naar meerdere opdrachtgevers om je onafhankelijkheid te waarborgen.

Een werknemer is daarentegen iemand die in dienstbetrekking werkzaam is. Volgens de wet is er sprake van een dienstbetrekking als:

  • de werknemer loon ontvangt als vergoeding voor zijn of haar werkzaamheden,
  • de werknemer verplicht is om die werkzaamheden persoonlijk te verrichten,
  • de werkgever een gezagsverhouding heeft ten opzichte van de werknemer.

Over de eerste twee voorwaarden is relatief weinig onenigheid met de Belastingdienst. Over de derde voorwaarde is doorgaans vaker discussie. Een opdrachtnemer kan namelijk al snel in een gezagsverhouding staan ten opzichte van een opdrachtgever.

Gezagsverhouding tussen werknemer en werkgever

In de jurisprudentie zien we dat het voor het begrip gezagsverhouding voldoende is dat de opdrachtgever aanwijzingen kan geven. Of dat ook daadwerkelijk gebeurt, doet er niet toe. Ook maakt het niet uit of de aanwijzingen door de opdrachtgever zelf worden gegeven of dat de opdrachtgever dat aan een ander overlaat. Een gezagsverhouding kan blijken uit:

  • opdrachten en aanwijzingen over werktijden,
  • toezicht en controle op productie (output),
  • voorschriften over representativiteit,
  • voorschriften over omgang met klanten,
  • bedrijfskledingvoorschriften.

In sommige gevallen werkt de opdrachtnemer eerst in dienstbetrekking, en later onder overeenkomstige voorwaarden als zzp’er voor de opdrachtgever. Als het om dezelfde soort werkzaamheden gaat, kan er volgens de Belastingdienst nog steeds sprake zijn van een dienstbetrekking. Een kleine afwijking ten opzichte van de arbeidsvoorwaarden is dus niet per se voldoende om door de Belastingdienst als ondernemer gekenmerkt te worden.

Afbakening van het ondernemerschap

Een goede afbakening van het ondernemerschap is van groot belang om als zzp’er niet als werknemer aangemerkt te worden. Een VAR-verklaring is bijvoorbeeld een aanknopingspunt voor de Belastingdienst om aan te nemen dat iemand een ondernemer is. Met een VAR-verklaring toon je aan dat je minimaal drie opdrachtgevers hebt. De opdrachtgever wordt met een VAR-verklaring ‘gevrijwaard’ van loonbelastingverplichtingen en salarisadministratie. Deze verklaring biedt verder geen zekerheid, aangezien de Belastingdienst bij misbruik gemakkelijk van haar standpunt kan afwijken. Steeds moet de zzp’er kunnen aantonen dat hij of zij niet van één opdrachtgever afhankelijk is. Daarnaast wordt de VAR-verklaring in 2016 waarschijnlijk afgeschaft.