Berichten

Strenger toezicht op relatie zzp’er en opdrachtgever met nieuwe wet DBA

Veel zzp’ers werken voor slechts één opdrachtgever. Volgens de Belastingdienst zijn deze zzp’ers eigenlijk gewoon werknemers. Omdat de zzp’er en opdrachtgever deze werkrelatie vaak niet willen, wordt er een VAR-verklaring opgesteld (verklaring arbeidsrelatie). De VAR is de regeling waarmee de Belastingdienst een opdrachtnemer als zelfstandige kwalificeert (of juist niet). De opdrachtgever heeft daardoor geen werkgeversverplichtingen, zoals het inhouden van loonbelasting en sociale premies.

De nieuwe wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties) zou per 1 januari 2016 in werking treden, maar staatssecretaris Wiebes komt hier alsnog op terug. De streefdatum is nu 1 april 2016 en opdrachtgevers en opdrachtnemers krijgen tot 1 januari 2017 de tijd om hun werkwijze aan te passen.

Vanaf 1 april 2016 moet de goedgekeurde modelovereenkomst van de Belastingdienst zorgen voor duidelijkheid over de inhoudingsplicht. Belangenorganisaties, maar ook individuele praktijkhouders of zzp’ers, kunnen hun overeenkomst voorleggen aan de Belastingdienst. Deze publiceert de beoordeelde overeenkomsten zoveel mogelijk op zijn website. Bij gebruik van een ‘goedgekeurde’ overeenkomst hoeft een opdrachtgever voor de betreffende arbeidsrelatie geen loonheffingen en sociale premies in te houden en af te dragen en krijgt daarmee dus duidelijkheid vooraf.

Waarom wordt het invoeren van de wet uitgesteld?

Een van de redenen voor het uitstel is dat er nog maar negentien voorbeeldovereenkomsten zijn gepubliceerd en dat is nog niet eens de helft van het aantal waarnaar de Belastingdienst streefde. De Belastingdienst zal zich tot 2017 beperken tot het houden van toezicht en nog geen boetes opleggen aan opdrachtgevers en opdrachtnemers. Tot de inwerkingtreding van de wet DBA blijft de VAR-verklaring voor de opdrachtgever bestaan, dus in elk geval tot 1 april 2016.

De Belastingdienst zal met een algemene leidraad komen voor het beoordelen van arbeidsrelaties. Bijvoorbeeld een overzicht van bepalingen die kunnen worden opgenomen in een overeenkomst die er wel (of juist niet) toe kunnen bijdragen dat het oordeel “buiten dienstbetrekking” kan worden gegeven.

Hoe wordt een overeenkomst getoetst?

Er zal geen algemeen besluit komen met toetsingsregels of een beslisboom die opdrachtgevers en opdrachtnemers kunnen doorlopen. De door de Belastingdienst gegeven handvatten bij het vaststellen van de overeenkomsten zullen genoeg moeten zijn. Het gaat om het geheel van de overeenkomst: een overeenkomst zal namelijk niet op grond van één bepaling leiden tot een dienstbetrekking, of juist geen dienstbetrekking.

Bij het toezicht op het werken wordt gekeken naar belangrijke afwijkingen, zoals het feitelijk niet zelfstandig (kunnen) werken of het gebruik (moeten) maken van apparatuur van de opdrachtgever. De Belastingdienst moet aannemelijk maken dat er wordt afgeweken van de overeenkomst én dat de zzp’er hierdoor feitelijk in dienst is bij de opdrachtgever.

De overeenkomsten hoeven niet in alle gevallen enorm gedetailleerd te zijn. Beslissend is dat de Belastingdienst voldoende beeld heeft van de afspraken om de aanwezigheid van een dienstbetrekking te kunnen beoordelen, zoals de gezagsverhouding tussen de zzp’er en de opdrachtgever.

Snelle doorvoering nieuwe wet

Volgens de staatssecretaris is het voldoende dat de inwerkingtreding wordt doorgeschoven naar 1 april 2016 en dat opdrachtgevers en opdrachtnemers nog tot 1 januari 2017 krijgen om hun werkwijze aan te passen (implementatietermijn). Het nog langer laten bestaan van de VAR-regeling is niet alleen ongewenst door de daarmee samenhangende problemen, maar ook uit ICT- en uitvoeringsoverwegingen.

Heb je vragen hierover? Bel 035-6315520 of mail naar info@fiscalistencooperatie.nl.

Het grijze gebied van de zzp’er: ondernemer of werknemer?

Als zzp’er heb je klanten, je regelt je eigen zaken en je hebt geen baas. Toch kan het voorkomen dat de fiscus jouw ondernemerschap ter discussie stelt en je als werknemer kwalificeert. Dit komt doordat de zzp’er nergens letterlijk in de belastingwetten voorkomt en hij of zij zich dus in een grijs gebied bevindt. Lees verder of neem contact op met Fiscalisten Coöperatie als je hier meer over wilt weten.

Ondernemer of werknemer?

Je bent volgens de wet ondernemer als er sprake is van zelfstandigheid bij de inrichting van je werkzaamheden en bij de uitvoering hiervan. Het is van belang dat:

  • de werkzaamheden voor eigen risico worden verricht,
  • je als ondernemer winst beoogt en deze winst redelijkerwijs ook te verwachten is,
  • je als ondernemer streeft naar meerdere opdrachtgevers om je onafhankelijkheid te waarborgen.

Een werknemer is daarentegen iemand die in dienstbetrekking werkzaam is. Volgens de wet is er sprake van een dienstbetrekking als:

  • de werknemer loon ontvangt als vergoeding voor zijn of haar werkzaamheden,
  • de werknemer verplicht is om die werkzaamheden persoonlijk te verrichten,
  • de werkgever een gezagsverhouding heeft ten opzichte van de werknemer.

Over de eerste twee voorwaarden is relatief weinig onenigheid met de Belastingdienst. Over de derde voorwaarde is doorgaans vaker discussie. Een opdrachtnemer kan namelijk al snel in een gezagsverhouding staan ten opzichte van een opdrachtgever.

Gezagsverhouding tussen werknemer en werkgever

In de jurisprudentie zien we dat het voor het begrip gezagsverhouding voldoende is dat de opdrachtgever aanwijzingen kan geven. Of dat ook daadwerkelijk gebeurt, doet er niet toe. Ook maakt het niet uit of de aanwijzingen door de opdrachtgever zelf worden gegeven of dat de opdrachtgever dat aan een ander overlaat. Een gezagsverhouding kan blijken uit:

  • opdrachten en aanwijzingen over werktijden,
  • toezicht en controle op productie (output),
  • voorschriften over representativiteit,
  • voorschriften over omgang met klanten,
  • bedrijfskledingvoorschriften.

In sommige gevallen werkt de opdrachtnemer eerst in dienstbetrekking, en later onder overeenkomstige voorwaarden als zzp’er voor de opdrachtgever. Als het om dezelfde soort werkzaamheden gaat, kan er volgens de Belastingdienst nog steeds sprake zijn van een dienstbetrekking. Een kleine afwijking ten opzichte van de arbeidsvoorwaarden is dus niet per se voldoende om door de Belastingdienst als ondernemer gekenmerkt te worden.

Afbakening van het ondernemerschap

Een goede afbakening van het ondernemerschap is van groot belang om als zzp’er niet als werknemer aangemerkt te worden. Een VAR-verklaring is bijvoorbeeld een aanknopingspunt voor de Belastingdienst om aan te nemen dat iemand een ondernemer is. Met een VAR-verklaring toon je aan dat je minimaal drie opdrachtgevers hebt. De opdrachtgever wordt met een VAR-verklaring ‘gevrijwaard’ van loonbelastingverplichtingen en salarisadministratie. Deze verklaring biedt verder geen zekerheid, aangezien de Belastingdienst bij misbruik gemakkelijk van haar standpunt kan afwijken. Steeds moet de zzp’er kunnen aantonen dat hij of zij niet van één opdrachtgever afhankelijk is. Daarnaast wordt de VAR-verklaring in 2016 waarschijnlijk afgeschaft.