belasting besparen

10 tips voor iedereen die geld wil besparen op belasting

Geld besparen? Fiscalisten Coöperatie geeft tips! Belasting is voor velen onoverzichtelijk, vervelend en een grote kostenpost. Maar: goed nieuws! Met onze tips kun jij wellicht wat kosten besparen. Lees onderstaande tips, dat kan je portemonnee ten goede komen.

Geld besparen: klik op een tip om er meer over te lezen.

Met ingang van 1 januari 2017 verandert box 3. Het vaste forfaitaire rendement van 4% wordt vervangen door drie schijven met jaarlijkse veranderende rendementen. Voor de peildatum 1 januari 2017 zijn deze als volgt vastgesteld:

Vermogensschijf Vermogen (na aftrek heffingsvrij vermogen) Forfaitair rendementspercentage
1 Minder of gelijk aan 75.000 euro 2,87%
2 Tussen de 75.000 en 975.000 euro 4,60%
3 Meer dan 975.000 euro 5,39%

Het belastingtarief in box 3 blijft 30%. Het heffingsvrij vermogen (een vast bedrag dat is vrijgesteld van belasting) wordt verhoogd naar 25.000 euro per persoon.

De nieuwe tarieven zijn voordeliger voor de lagere vermogens en nadeliger voor de hogere vermogens. Het omslagpunt ligt rond een vermogen van € 245.000 Tot dat vermogen betaal je in 2017 minder belasting dan in 2016. Is je vermogen groter, dan zal je in 2017 meer belasting gaan betalen.

Wil je jouw box 3 vermogen verlagen? Denk dan eens aan groene beleggingen. Voor groene beleggingen geldt een vrijstelling in box 3 van maximaal 57.213 euro (bedrag 2016). Heb je een fiscale partner? Dan bedraagt de vrijstelling voor jou en je partner het dubbele: 114.426 euro. Naast de vrijstelling in box 3 heb je ook nog recht op een heffingskorting van 0,7% van het vrijgestelde bedrag in box 3.

Tip:
Check wel altijd eerst of het fonds waarin je wilt beleggen door de Belastingdienst is aangewezen als een groen fonds. Is dat niet het geval, dan geldt de vrijstelling en de heffingskorting niet.

Alle zaken die voor persoonlijke doeleinden worden gebruikt of verbruikt, hoef je niet op te geven in box 3. Hierbij kun je denken aan inboedel, een auto, boot of caravan, maar bijvoorbeeld ook aan juwelen of een duur horloge. Ben je van plan binnenkort een dergelijke aanschaf te doen, zorg dan dat uje deze aanschaf uiterlijk 31 december hebt gedaan en betaald. In de box 3 heffing per 1 januari 2017 zal dit vermogen dan niet meer worden meegenomen.

Let op!
Er geldt een antimisbruikmaatregel. Kan de Belastingdienst aannemelijk maken dat jij de zaken hoofdzakelijk ter belegging hebt gekocht? Dan behoren deze zaken wel tot het vermogen in box 3. Ook als je deze zaken tevens persoonlijk gebruikt.

Ook voorwerpen van kunst en wetenschap zijn vrijgesteld in box 3. Wil je jouw box 3-vermogen per 1 januari 2017 verlagen, overweeg dan een investering in voorwerpen van kunst of wetenschap.

Let op!
Ook hier geldt een antimisbruikmaatregel. De vrijstelling geldt niet als de voorwerpen voor tenminste 70% ter belegging dienen.

Investeer je in zonnepanelen? Dan levert dat een aantal financiële en fiscale voordelen op. De zonnepanelen hoef je namelijk niet in box 3 op te geven, waardoor je een besparing in box 3 realiseert. Daarnaast kun je de btw met betrekking tot de zonnepanelen terugvragen bij de Belastingdienst. Je wordt namelijk als particulier met zonnepanelen voor de btw aangemerkt als ondernemer. Tenslotte gaan jouw energiekosten omlaag omdat je zelf een deel van jouw energie opwekt via de zonnepanelen. Door al deze voordelen zal het rendement op de zonnepanelen vele malen hoger zijn dan op een gewone spaarrekening. Investeer daarom in zonnepanelen en word je eigen energieleverancier.

Particuliere eigenaren kunnen de kosten van onderhoud aan hun rijksmonumentenpand in 2016 en 2017 nog fiscaal in aftrek brengen. Vanaf 2018 is dit niet meer mogelijk omdat de aftrek van monumentenpanden wordt afgeschaft. Oorspronkelijk was het de bedoeling om de aftrek monumentenpanden met ingang van 2017 al af te schaffen, maar na protest uit de Tweede Kamer is aangekondigd dat de aftrek monumentenpanden in ieder geval in 2017 nog mogelijk blijft.

Als de aftrek monumentenpanden in 2018 wordt afgeschaft komt hiervoor in de plaats een subsidieregeling voor sober en doelmatig onderhoud van waarschijnlijk 35% van de onderhoudskosten. Hierbij komen onderhoudskosten van minimaal 2.000 euro en waarschijnlijk maximaal 30.000 euro per twee jaar voor subsidie in aanmerking. Per saldo bedraagt de subsidie minimaal 700 euro en maximaal 10.500 euro per twee jaar. Voor grootschalige ingrepen kan volledige financiering bij het revolving fund worden aangevraagd. Vanaf 2019 komt een heel nieuw financieel stelsel voor monumentenzorg.

Voor 2017 was  een overgangsregeling voorzien  in de vorm van een subsidieregeling voor eigenaren die in 2016 onomkeerbare financiële verplichtingen zijn aangegaan. Nu de aftrek monumentenpanden in 2017 nog blijft bestaan is het onduidelijk of deze overgangsregeling voor 2018 ook wordt ingevoerd. 

Tip:
Pleeg en betaal je onderhoud nog zoveel mogelijk in 2016 en 2017. Je kunt dan in ieder geval nog gebruikmaken van de fiscale aftrek.

Particulieren die een opleiding of studie voor een beroep volgen, kunnen alleen nog in 2016 en 2017 de kosten hiervan in aftrek brengen als scholingsuitgaven. Met ingang van 2018 vervalt deze aftrekpost. In plaats daarvan komt een regeling met scholingsvouchers voor mensen die uit zichzelf minder snel geneigd zijn om scholing te volgen, maar waarvan het maatschappelijk belang van scholingsdeelname groot is. De exacte invulling van de nieuwe regeling is nog niet bekend en wordt naar verwachting in het voorjaar 2017 in de Staatscourant gepubliceerd.

De scholingsvouchers zullen met name terechtkomen bij mensen met een hoogste genoten opleiding op het niveau mbo-4 en mensen met maximaal een havo/vwo-diploma. Hoger opgeleiden zullen naar verwachting alleen toegang krijgen tot de regeling indien ze werkzaam zijn in een kwetsbaar beroep of kwetsbare sector. De scholingsvouchers zullen naar verwachting een waarde krijgen van maximaal 2.500 euro. Voor de scholingsvouchers komt in de periode 2018-2022 maximaal 90,8 miljoen euro beschikbaar per jaar, daarna maximaal 112 miljoen euro per jaar. Dit is een halvering van het budgettaire beslag van de aftrek scholingsuitgaven dat voor 2018 geraamd was op 218 miljoen euro per jaar.

Let op!
De scholingsvouchers zijn bedoeld voor een gerichte doelgroep. De kans is aanwezig dat je niet tot deze doelgroep behoort. Start daarom nog dit jaar een opleiding of studie voor een beroep en profiteer nog tot en met 2017 van de fiscale aftrek.

Tip:
Er komt een overgangsregeling voor studenten die een langdurige opleiding zijn aangegaan op het moment dat nog niet bekend was dat de aftrek scholingsuitgaven zou worden afgeschaft. Deze studenten kunnen vanaf 1 januari 2018 tot het einde van de nominale duur van hun opleiding jaarlijks rekenen op een scholingsvoucher.

Koop nog dit jaar een lijfrente of stort geld op jouw lijfrentespaarrekening of lijfrentebeleggingsrecht en creëer daarmee een extra aftrekpost. De betaalde bedragen zijn alleen aftrekbaar als sprake is van onvoldoende pensioenopbouw. Dit wordt bepaald aan de hand van de jaar- en reserveringsruimte. Laat je vooraf informeren over alle voorwaarden en de hoogte van de maximaal aftrekbare premie.

Tip:
Zorg dat je de bedragen in 2016 betaalt. Alleen dan kun je deze nog in aftrek brengen in jouw aangifte inkomstenbelasting 2016.

Met betrekking tot jouw aanslag inkomstenbelasting 2015 rekent de Belastingdienst vanaf 1 juli 2016 een rente van 4%. Dit is hoog, zeker in vergelijking met het huidige rendement op een spaarrekening. Voorkom dat je deze hoge rente verschuldigd wordt en controleer of jouw voorlopige aanslag juist is. Is deze te laag, vraag dan zo snel mogelijk een nieuwe voorlopige aanslag aan.

Tip:
Vraag ook een nieuwe lagere voorlopige aanslag aan als jouw voorlopige aanslag te hoog is. In tegenstelling tot vroeger kun je niet meer “sparen” bij de Belastingdienst. De Belastingdienst vergoedt namelijk over het algemeen geen rente meer over een te hoge aanslag.

Heb je de afgelopen jaren sterk schommelende inkomsten gehad in box 1, dan heb je misschien meer belasting betaald dan bij gelijkmatige inkomsten het geval zou zijn. In zo’n geval kun je door middel van middeling proberen geld terug te vragen bij de Belastingdienst. Middeling vindt plaats door voor drie aaneengesloten kalenderjaren uit te gaan van de gemiddelde inkomsten. Houd hierbij rekening met een drempel van 545 euro. Alleen het meerdere boven deze 545 euro krijg je van de Belastingdienst terug.

Let op!
Middeling gaat niet automatisch. Je moet hiervoor zelf een schriftelijk verzoek indienen bij de Belastingdienst.